Quiz: Spreekwoorden uit het buitenland
Heb jij een antenne voor figuurlijk taalgebruik? Test met deze quiz of je ook met buitenlandse spreekwoorden uit de voeten kunt....
Toegegeven, je hoeft er niet eens een taalpurist voor te zijn. ‘Hun hebben’, ‘me fiets’, ‘na de bus’: we kunnen om veel voutjes lachen, maar van sommige verschrijvingen gaan onze nekharen overeind staan. Roep jij bij de meeste taalvoutjes: “Ja, maar je begrijpt toch wat er bedoeld word”, dan kun je deze 20 ergernissen maar beter overslaan … (en op zoek gaan naar een letter -t).
We zeggen het nog één keer: ‘me’ is geen bezittelijk voornaamwoord! In de top 20 tatoeages van vorige week lieten we al zien hoe dit pijnlijke voutje vereeuwigd stond op het lijf, maar het gaat vaker mis.
Niet alleen bij ‘me’ gaat het mis. Bezittelijk voornaamwoorden zijn nu eenmaal ontzettend lastig … blijkbaar.
Echt, het is niet zo moeilijk als je (= jij, niet jou!) denkt. Ouder dan jij (want: ouder dan jij ‘bent’), voor jou, aan jou, voor jouw hond, aan jouw man. Die -w komt er alleen bij als er een zelfstandig naamwoord achter staat. Ja, echt.
‘Hun’ is een bezittelijk voornaamwoord (ja, daar is-ie weer!) en geeft, zoals de naam o zo toepasselijk zegt, bezit aan (‘hun boek’). Het kan echter ook een meewerkend voornaamwoord zijn, als het voorzetsel weggelaten is (ik geef aan hen een boek –> ik geef hun een boek). Volgt u het nog? Mooi zo. Dan is er nog maar één ding om te onthouden: het is géén onderwerpsvorm! Hun hebben het gedaan? Neehee, zíj hebben het gedaan!
Dacht je bij puntje 4: jaja, leuk dat ‘hun’, maar die ‘dommer als ons’ dan? Ja, ook dat is eentje waar menige teen van krom gaat staan. Vergrotende trappen worden altijd gevolgd door ‘dan’. ‘Als’ is alleen correct bij een vergelijking. Samenvattend: je bent even dom als de meiden hierboven als je dergelijke zinnen uitkraamt, maar je bent mogelijk nog dommer dan zij als je niet doorhad dat ‘ons’ in die zin ook fout is.
Voor de een klinkt ‘als’ in bovenstaande zin heel erg vreemd, voor een ander is het de normaalste zaak van de wereld. Gaan je nekharen van een dergelijke zin overeind staan, dan mag je rustig ademhalen: ‘of’ zou hier correct zijn. Als er onzekerheid wordt uitgedrukt, dan gebruik je ‘of’. ‘Als’ is alleen correct als het vervangen zou kunnen worden door ‘wanneer’ of door ‘indien/ ingeval’.
Dat woordje ‘als’ zorgt wel vaker voor problemen, zo blijkt. ‘Als (juf) zijnde’ is een typisch voorbeeld van een contaminatie. Contaminatie, zeg je? Ja, een verhaspeling of samentrekking van twee uitdrukkingen. Wat is dan wel correct? ‘Als juf vind ik …’ of ‘juf zijnde vind ik …’ mag allebei, de woorden mogen simpelweg niet samen gebruikt worden. Een kind kan de was doen.
Nu we het toch over contaminaties hebben: ‘duur kosten’ is ook een klassieke contaminatie. Iets ís duur en kóst veel. Een dergelijke fout in een krant kan je als journalist duur komen te staan.
‘Is’ is een werkwoordsvervoeging van ‘zijn’: ik ben slim, jij bent slim, hij is een idioot. Tenzij Fred van Leer de auto aan het parkeren is, gaat hier dus iets grondig mis (en dan had er eigenlijk ‘Van Leer is parkeren’ moeten staan. Wil je ‘eens’ afkorten? Doe dan ‘ns of ‘s. Maar laten we wel wezen: je betaalt geen belasting over letters, dus die twee e’s kunnen er vast ook nog wel bij.
Kan iemand of iets ‘enigst’ zijn? Jawel hoor, als je ‘enig’ bedoelt in de vorm van ‘prachtig’ of ‘heerlijk’. De scholier hierboven is misschien wel de allerleukste persoon van Nederland! Maar als hij bedoelt dat niemand anders zijn score heeft weten te evenaren, dan is hij de ‘enige’. Immers, als je de enige bent, hoeft niemand je meer te overtreffen. 🙂 Simpel, toch?
Irriteer jij je aan taalvouten? Nee, je ergert je! Iets kan jou irriteren, maar als jij jezelf irriteert, moet je toch eens een ernstig gesprek met jezelf gaan voeren. ‘Irriteren’ wordt vaak abusievelijk als wederkerend werkwoord gebruikt, maar gelukkig kan alleen de buitenwereld je irriteren. En geloof ons, dat is een stuk minder vervelend.
Nog een tergend voorbeeld van een werkwoord dat niet wederkerend is, maar wel zo gebruikt wordt is ‘zich beseffen’. Het is ook wel een beetje verwarrend want ‘beseffen’ betekent ‘zich realiseren’ en dat is nou juist wél een wederkerend werkwoord! Zolang jij je maar realiseert dat je niet jezelf kunt beseffen, snap je?
Nee, nee, nee, nee, nee! We juichen het ten zeerste toe als mensen in de tegenwoordige tijd een -t gebruiken (want van ‘hij verhuisd morgen’ en ‘zij beleefd een geweldige avond’ krijgen wij ook spontane mepneigingen), maar níet in de ik-vorm! Je zegt toch ook niet ‘ik loopt’? Nou dan!
Spaties, ze zijn zo lekker makkelijk. En dus plempen we ze overal neer. Het wordt ook wel ‘de Engelse spatieziekte’ genoemd. Waar waar ze aan de overkant van de plas alles los schrijven, hebben wij in Nederland nu eenmaal ingewikkelde regeltjes waarbij woorden zoveel mogelijk aan elkaar geschreven worden. Ja, het is ‘terminale zorg’, maar een vrijwilliger in dat vak is een ‘terminalezorgvrijwilliger’. Zet je het bijvoeglijk naamwoord ‘terminale’ los, dan slaat het woord op het tweede deel van de samenstelling, in dit geval op ‘vrijwilliger’. Je tekent daarmee in feite diens doodsvonnis. Zo is een ‘lange afstandsloper’ iemand met een lang postuur, terwijl een ‘langeafstandsloper’ lange afstanden loopt. Vind je het lastig leesbaar? Dan mogen koppeltekens ook. Twijfel je? Schrijf het dan toch maar aan elkaar: in negen van de tien gevallen zul je het dan goed doen.
Ja, het zou een superafslankmiddel kunnen zijn. Hé, zag je wat we daar deden? We schreven de samenstelling aan elkaar! ‘Super leuk’, ‘super gaaf’, ‘super groot’: nee, nee en nog eens nee. ‘Super’ mag alleen los geschreven worden als het nergens bij hoort (‘dat is super!’) of als je verwijst naar het goedje dat je in de tank van je auto gooit (‘doe mij maar 40 liter super’). In alle andere gevallen schrijf je het vast: superleuk, supergaaf, supergroot. Je schrijft toch ook niet ‘super markt’? Tenzij je het ‘Rijks Museum’ na wilt doen, maar dat is een heel andere discussie.
Eigenlijk zegt het woord het al: nieuws-gierig. Nu klinkt het een beetje gek om ‘gierig’ met nieuws om te gaan, tenzij je weet dat het woord vroeger zoveel als ‘verlangend naar’ betekende. Gierig naar nieuws was dus gewoon verlangend naar nieuws en dan is de stap naar ‘nieuwsgierig’ zo gemaakt. En laten we wel wezen: ‘chierig’, dat is toch gewoon helemaal niets?
‘Het meisje die daar loopt’: je hoort het zo vaak dat je bijna zou vergeten dat … HET HARTSTIKKE FOUT IS! Het-lidwoorden gaan met ‘dat’, de-lidwoorden gaan met ‘die’. ‘De fiets dat ik gekocht heb’ klinkt toch niet? Nou, dan. Het is ‘het been dat getatoeëerd is’ en ‘de automaat die friet klaarmaakt’. Leuker kunnen we het niet maken, makkelijker ook niet.
Dat of wat: het is maar één lettertje verschil, maar ze zijn toch echt niet onderling uitwisselbaar. ‘Dat’ verwijst naar een onderwerp, ‘wat’ verwijst naar een zin. Vergelijk: ‘Het boek dat ik las, was spannend’ versus ‘Het boek was heel spannend, wat voor slapeloze nachten zorgde.’ Na ‘iets’, ‘niets’ of ‘enige’ gaat de voorkeur dan juist naar ‘wat’: ‘Er is iets wat ik je wil vertellen’/ ‘Dat is het enige wat ik zou willen doen’.
Na, na?! Daar word je toch naar van! Ga je ergens heen, dan ga je ernaartoe. Als je ‘na’ gebruikt, loop je letterlijk én figuurlijk achter en wordt het hoog tijd je kennis ‘is’ bij te spijkeren.
Last but not least … de topscorer onder de taalfouten mag geen verrassing heten. Letterlijk, want het lijkt alsof dit woord vaker verkeerd wordt geschreven dan goed. Maar tenzij je écht bedoelt dat iets alles in de as legt, wordt ‘verrassing’ toch echt met dubbel-r geschreven. Komt dat als een verrassing?
Heb jij een antenne voor figuurlijk taalgebruik? Test met deze quiz of je ook met buitenlandse spreekwoorden uit de voeten kunt....
Natuurlijk heb je er wel eens van gehoord (met een d): het kofschip en het fokschaap. Maar wat kon je er ook alweer mee? Het was iets met een d en een t en de v...
We gaan in het nieuwe jaar vol goede moed aan de slag met onze voornemens. Moet taal ook een van je goede voornemens zijn?...
Een steeds groter wordende doorn in mijn oog is niet zozeer de taalverloedering als wel de schrijfverloedering. Waar is de juiste interpunctie gebleven? Met gek...